Eerst water, de rest komt ...

Lange periodes van droogte en extreme regenval. De laatste jaren steken deze weerfenomenen ook bij ons steeds meer de kop op vertelt professor hydrologie Patrick Willems.



Delen

Op 21 maart nam professor hydrologie Patrick Willems (KU Leuven) plaats in de Klimaatsofa.
Naar aanleiding van een lezing over droogte en overstromingen stelden we hem een aantal watervragen.  

Hoe zit het met de waterkwaliteit in Vlaanderen?

De waterkwaliteit is er vele jaren op vooruit gegaan, maar helaas zien we sinds 2018 een stabilisering en voor bepaalde parameters zoals voor zuurstof en nitraat zelfs een lichte achteruitgang. De langdurige periodes van droogte en de soms extreme regenbuien liggen aan de oorzaak hiervan.

 

Kun je dit wat meer verklaren?

De lange periodes van droogte enerzijds zorgen voor lage debieten van de waterlopen. Minder water, is ook minder verdunning van de schadelijke stoffen. Anderzijds ligt de klimaatverandering aan de basis van soms extreme regenbuien waardoor water van de akkers afspoelt of er riooloverstorting is. Zo worden er meer schadelijke stoffen meegevoerd tot in onze waterlopen.

 

Hebben we een goed waterbewustzijn?

Ook dat is er sterk op vooruit gegaan. We worden meer geconfronteerd met die extreme weersomstandigheden – denk maar aan de overstromingen eind vorig jaar in West-Vlaanderen en de Denderstreek – waardoor het bewustzijn groeit. Maar dat betekent niet dat iedereen mee is in het verhaal. Het zijn vooral de mensen die interesse hebben in het thema die al overgaan tot actie. Voor het grootste deel van de bevolking is deze problematiek helaas nog een ver-van-mijn-bed-show. We hebben nochtans iedereen nodig om het tij te doen keren.

“Ja, we kunnen het tij nog keren” Professor hydrologie Patrick Willems
Professor hydrologie Patrick Willems
© RLP&Z
© Markus Spiske

Het is dus nog niet te laat?

Neen en dat is het positieve aan de zaak. We kunnen het probleem echt wel opgelost krijgen. Klimaatadaptatie is hierbij het sleutelwoord. We moeten de sponsfunctie van ons landschap herstellen. Dat kunnen we bijvoorbeeld door stroomopwaarts water te bufferen en te vertragen, door vegetatiestroken en houtkanten te herstellen langs de akkers, poelen aan te leggen … Langs waterlopen kunnen we natuurlijke overstromingsgebieden herstellen en in de bebouwde omgeving kunnen we water meer laten infiltreren. Dat zijn allemaal voorbeelden van hoe we ons landschap kunnen aanpassen.

 

Maar we weten al lang dat we iets moeten doen aan deze problematiek. Is er dan nog niets gebeurd?

Alle klimaatmodellen geven inderdaad al lang aan dat deze extreme weeromstandigheden er zitten aan te komen. Tot een tijdje geleden was dit een voorspelling, nu zitten we er al volop in. En de klimaatmodellen geven aan dat we verder zullen evolueren naar meer tijdsvariatie. Op jaarbasis zal er niet meer neerslag vallen, maar dat zal wel minder gespreid gebeuren, met de extreme periodes van droogte en regen. De voorspellingen zeggen dat we tegen 2100 zo’n 5 tot 10 keer meer extreme droogte en intense regenval zullen krijgen.

 

Waarin schuilt volgens jou de kracht van initiatieven zoals de Week van het Water die plaatsvindt van 22 tot en met 31 maart?

We moeten volop inzetten op sensibilisering en een positieve boodschap verkondigen. Activiteiten waar waterbeleving centraal staat, lijken me zeer nuttig. In de media komen de negatieve verhalen zoals waterschade regelmatig aan bod, maar ik vind het belangrijk dat ook de oplossingen aangereikt worden en dat die oplossingen in een groter geheel kaderen van een betere leefomgeving.

“In eigen tuin kun je al veel doen voor een betere waterhuishouding” Professor hydrologie Patrick Willems

Hoe kunnen we allemaal ons steentje bijdragen?

Burgers kunnen al veel doen in eigen tuin. Denk maar aan ontharden, vergroenen, opslag van regenwater, een wadi aanleggen … Tuinen nemen in Vlaanderen 9% van de ruimte in, dus als iedereen in eigen tuin actie onderneemt, kan er al veel gebeuren. Daarnaast is er ook voor lokale overheden een rol weggelegd door bijvoorbeeld dorpscentra te ontharden. Hier wil ik de koppelkansen benadrukken. Leg bijvoorbeeld een waterloop open en creëer er een groene corridor  met wat speelgroen. Zo wordt deze plek een aangename leefomgeving waar iedereen van mee geniet. Onze schaarse open ruimte kunnen we inzetten voor verschillende ruimtelijke functies. We mogen geen opportuniteiten laten liggen en ik pleit ervoor om de kansen op vlak van water systematisch te grijpen op welke schaal dan ook.

 

Met dank aan Mieke Vercruijsse van het Regionaal  Landschap Pajottenland & Zennevallei voor het interview. 

Nieuwsgierig naar het volledige Penzine? Lees het hier.

© Regionale Landschappen